Willemijn van Dijk

Blog

8x Romes best bewaarde geheimen

Rome-Collage

Rome wordt dagelijks overstroomd door een duizelingwekkend aantal toeristen. Als je geluk hebt, tref je een van de grote bezienswaardigheden op een relatief rustige dag en als (heel) vroeg opstaan geen bezwaar is kun je soms zelfs een monument bijna voor jou alleen hebben. Maar er zijn nog meer plekken in Rome die niet door het massatoerisme zijn ontdekt. Als je weet waar je moet zijn, zit de eeuwige stad zelfs vol verborgen hoekjes en goed bewaarde geheimen!

1. Kleinere kerken

Sant-Ignazio-Rome

De Sint-Pieter bezoeken staat natuurlijk op ieders lijstje, en in veel gevallen ook de San Giovanni in Laterano, de Santa Maria Maggiore en de Santa Maria ad Martyres (aka het Pantheon). Wandel echter ook eens een van de minder bekende en vaak kleinere kerkjes van Rome in. Ze verbergen prachtige kunst en architectuur en baden vaak in een weldadige rust. Een paar van mijn favorieten zijn de Santa Prassede (vol bijzondere mozaïeken), de San Carlo alle Quattro Fontane (met ingenieus ontwerp van Borromini), de Santa Costanza (oorspronkelijk een 4de-eeuws grafmonument) en de Sant’Ignazio di Loyola (met een koepel die geen koepel is).

2. De wijk Monti

Monti

Een authentiek, hip buurtje midden in het historische hart van Rome, dat klinkt als een droom, toch? Het is bijna niet te geloven, maar het bestaat. In Monti, de wijk die grofweg tussen het Colosseum en de Via Nazionale ligt, zijn de restaurantjes en bars nog (grotendeels) in handen van Romeinen en vind je bovendien talloze boetiekjes en ateliers om eindeloos in rond te snuffelen. ’s Avonds komt Monti pas echt tot leven, als jong en oud zich met aperitivo in de hand verzamelen rond de fontein op Piazza della Madonna dei Monti en de terrasjes in de smalle straten zich vullen.

3. Onder de grond

Stadio-Domiziano

Voor veel plekken in Rome geldt: zo druk als het op straatniveau is, zo rustig is het onder de grond. De stad is letterlijk gelaagd en overal wandel je over eeuwen geschiedenis. Soms kun je naar beneden afdalen om die lagen geschiedenis zelf te bekijken. Zo wandel je onder Piazza Navona door de resten van het Stadion van Domitianus, kun je onder Piazza Venezia een kijkje nemen in twee Romeinse herenhuizen (ingang via Palazzo Valentini) en dwaal je (onder begeleiding van een gids) rond door een tweeduizend jaar oude dodenstad onder de Sint Pieter.

4. Onbekende musea

Kleine-musea

De Vaticaanse en Capitolijnse Musea zijn prachtig, maar ook een beetje overweldigend. Niet alleen omdat er veel meer kunstschatten staan opgesteld dan een gewoon mens kan verwerken in de paar uur dat hij er rondloopt, maar ook omdat het er meestal veel te druk is om van ook maar een enkel kunstwerk een beetje te kunnen genieten. Daarom ga ik liever naar de minder bekende, meestal wat kleinere musea. Rome zit er vol mee!
Mijn absolute favoriet is Palazzo Massimo bij Piazza della Repubblica (met een weergaloze collectie klassieke kunst en muurschilderingen), maar ook Palazzo Altemps, het Ara Pacis Museum en de buiten het centrum gelegen Centrale Montemartini zijn geweldige musea. Voor leuke, kleinschalige tentoonstellingen ga ik het liefst naar het Chiostro di Bramante – om mijn bezoek af te sluiten met een bezoek aan het café dat zich ook in het kloostertje bevindt.

5. De wijk Testaccio

IMG_0661

Testaccio is dé wijk om de authentieke Romeinse keuken te ontdekken. Let wel, die komt voort uit een povere traditie en bestaat dus voor een deel uit pasta- en vleesgerechten op basis van ingewanden. Maar gelukkig kun je in Testaccio tegenwoordig veel meer proeven dan alleen maar orgaanvlees. Een van de lekkerste en meest bekende adresjes is Volpetti, een delicatessenzaak waar je van goeden huize moet komen wil je de verleiding weerstaan iets mee te nemen. Maar ook de grote overdekte markt is een bezoekje waard. Testaccio is trouwens ook de thuisbasis van een aantal mooie, rustige bezienswaardigheden, zoals het Campo Cestio (een lieflijke begraafplaats), de Schervenberg en het hierboven al even genoemde Museum Centrale Montemartini.

6. Groene oases: parken in Rome

Via-Appia-Park

Even rust nemen is altijd een goed idee in Rome. Genieten van het zonnetje, wandelend door een van de parken en tuinen die de stad rijk is komt je ervaring van de stad meestal erg ten goede. Toch nemen maar weinig mensen er de tijd voor – met als fijne bijkomstigheid dat het tussen het groen vaak lekker rustig is. Bekend (maar toch vaak niet zo druk) is de Villa Borghese, maar prachtig zijn ook de Villa Doria Pamphili, ten westen van de wijk Trastevere, en het archeologische park van de Via Appia. In de Villa Torlonia liggen tussen het groen twee bijzondere bouwwerken verscholen: de Casino Nobile en de Casa delle Civette.

7. Fritti & supplì: street food

Suppli-Rome

Uitgebreid lunchen met pasta en wijn is lekker, maar er zijn dagen dat je zin hebt in iets kleins, een lekker hapje to go waarmee je even op de rand van een fontein kunt gaan zitten. Goed nieuws: ook street food is in goede handen bij de Italianen. Romeinse specialiteiten op dit gebied zijn onder andere supplì (gefrituurde risottoballetjes met verschillende vullingen) en diverse soorten fritti (gefrituurde groenten in een puntzakje, met als lekkerste variant de fiori di zucca – courgettebloemen). Fritti haal je bijvoorbeeld bij Mami (Via della Pace 27A), supplì bij Supplizio (Via dei Banchi Vecchi 143).

8. Het uitzicht vanaf de Aventijn

Giardino-degli-Aranci-Rome

Aan het einde van een Rome-reisje hebben de meeste mensen een flink aantal van de zeven heuvels aangedaan: het Capitool, de Palatijn, de Esquilijn, het Quirinaal… De Aventijn wordt wat minder vaak bewandeld. En dat terwijl je er kunt genieten van een van de mooiste uitzichten op de stad… Loop bij het Circo Massimo de heuvel op en loop naar het uitkijkpunt in de zogenaamde Sinaasappeltuin, de Giardino degli Aranci. Voor een La Grande Bellezza-momentje loop je daarna ook nog even door naar het beroemde sleutelgat van de Aventijn!